Opdrachten hoofdstuk 3

Beschrijf 15 positieve eigenschappen van jezelf. Dit mag van alles zijn, dat wat je goed kan, iets wat je mooi vindt aan jezelf, iets waar je tevreden over bent. Je mag dit alleen niet aan iemand anders vragen. Je moet ze zelf bedenken en opschrijven.

Je hoeft dit niet in één keer te doen. Denk er rustig over na en sta er eens een paar dagen bewust bij stil. Als je iets bedenkt schrijf je het op. Zo ontstaat een lijst die echt van jou is. Geen momentopname, maar een reëel overzicht. Weet je er meer dan 15, schrijf er dan ook meer op!  

15 positieve eigenschappen van mij:

Geef van elke positieve eigenschap één of meerdere voorbeelden van wanneer deze positieve eigenschap zichtbaar was en/of wanneer je dit zelf hebt ervaren.

15 Voorbeelden van wanneer de positieve eigenschappen actief zijn/waren:

Schrijf aan de hand van opdracht 3.2a en 3.2b per positieve eigenschap een verhaal over jezelf met deze positieve eigenschap. Het verhaal moet voor jou zelf echt geloofwaardig zijn. Dus je hoeft het niet overdreven mooi te maken. Neem ook hier weer de tijd voor, sta er bewust bij stil en laat het binnen komen. Voel wat er gebeurt als je op deze manier over jezelf schrijft. Schrijf bijvoorbeeld per dag één verhaal(tje).

Tip: Als schrijven je tegenstaat, kan je ook de verhalen inspreken.

Schrijf de verhalen die je wilt delen hieronder op. Kan je niet kiezen welke je wilt delen? Kies dan degene waar je het meest trots op bent en degene die je het moeilijkst vond om te schrijven.

Vraag aan iemand in jouw omgeving die je vertrouwt om ook een lijst te maken met positieve eigenschappen van jou. Vraag meteen wanneer deze positieve eigenschappen bij jou ook zichtbaar zijn, bij voorkeur met concrete voorbeelden (bewijzen). Probeer zo min mogelijk te reageren (vooral niet verdedigen of weerleggen). Neem het aan en laat het even bezinken.

Positieve eigenschappen van jou, waargenomen door iemand die je vertrouwt, met voorbeelden:

1.
Voorbeeld:

2.
Voorbeeld:

3.
Voorbeeld:

4.
Voorbeeld:

5.
Voorbeeld:

6.
Voorbeeld:

7.
Voorbeeld:

8.
Voorbeeld:

9. 
   Voorbeeld:

10.
Voorbeeld:

11.
Voorbeeld:

12.
Voorbeeld:

13.
Voorbeeld:

14.
Voorbeeld:

15.
Voorbeeld:

Maak aan de hand van alle verhaaltjes die je nu geschreven hebt en de positieve eigenschappen die je hebt ontvangen van iemand uit je omgeving een nieuwe kernovertuiging over jezelf. Probeer deze kernachtig en krachtig te maken:

Wat voel je bij bovenstaande nieuwe kernovertuiging?

Het is best mogelijk dat dit allemaal nog erg nieuw aanvoelt en onwennig is. Om jou vertrouwd te maken met je nieuwe positieve zelfinzichten is het belangrijk om deze vaker te gaan herhalen.

Print of schrijf daarom je positieve eigenschappen en je nieuwe krachtige kernuitspraak uit en hang deze ergens in huis waar jij het dagelijks tegen komt. Neem ze elke dag even door.